1. Premies of bijdragen welke aan een orgaan van een Lid-Staat verschuldigd zijn, kunnen op het grondgebied van een andere Lid-Staat worden geïnd volgens de administratieve procedure en met de waarborgen en voorrechten welke van toepassing zijn op de inning van premies of bijdragen welke aan het overeenkomstige orgaan van laatstbedoelde Staat verschuldigd zijn.
2. De wijze van toepassing van lid 1 wordt, voorzover nodig, nader geregeld bij de in artikel 98 bedoelde toepassingsverordening of door middel van overeenkomsten tussen Lid-Staten. Deze wijze van toepassing kan eveneens betrekking hebben op de inning met dwangmiddelen.